HISTORISCHE CONTEXT
De macht over Zoutleeuw behoorde vanaf de elfde eeuw toe aan de graven van Leuven. Vanuit Leuven, het centrum van hun territorium, trokken de graven oostwaarts en veroverden ze langzaamaan meer gebieden, waaronder dus ook het weinig bevolkte Zoutleeuw. Deze graven kregen in 1106 de titel van ‘hertogen van Neder-Lotharingen’ en stonden later bekend als de ‘hertogen van Brabant’. Vlak na Zoutleeuw werd de opmars gestuit door de bisschoppen van Luik. Doorheen de middeleeuwen situeerde Zoutleeuw zich daardoor in het conflictgebied in de uiterste hoek van het hertogdom Brabant, pal op de grens met het prinsbisdom Luik.