STADHUIS
- De vrijheid van het stadsbestuur -
Het stadsbestuur slaagde er in om ‘privileges’ of ‘voorrechten’ te krijgen van de Brabantse hertogen, waardoor het in toenemende mate autonomie verwierf. De meier hield nog wel een oogje in het zeil, maar het stadsbestuur trok meer macht naar zich toe binnen de stad zelf. Een mooi voorbeeld daarvan is het oudste stadszegel van Zoutleeuw uit 1245, een symbool waarmee het stadsbestuur oorkonden bezegelde en zo benadrukte dat ze in eigen naam konden handelen. In 1291 bepaalde de hertog bijvoorbeeld dat het stadsbestuur zelf mocht kiezen hoe ze belastingen zouden heffen in de stad en in 1307 plaatste de hertog alle pleinen en straten binnen de omwalling onder het gezag van het stadsbestuur. Een verklaring waarom de hertogen Zoutleeuw zoveel privileges gaven, ligt voor de hand: geld. De hertogen waren immers constant op zoek naar middelen om bijvoorbeeld hun oorlogen te bekostigen. De steden, die via de lakenhandel behoorlijk wat inkomsten hadden, vormden in dat opzicht de ideale bondgenoot van de hertog. In ruil voor voorrechten stemde het stadsbestuur immers in met allerlei vormen van belastingen voor de hertogen. Het stadsbestuur gebruikte de belastingen met andere woorden als drukkingsmiddel om zelf meer macht te eisen.